Als kind hield ik mijzelf altijd wel bezig met het ontdekken hoe en wat goed aanvoelt, het drukken met mijn duimen in mijn handpalmen het langs strijken bij mijn benen. Dat soort kleine dingen voelde voor mij al heel fijn aan, dat was voor ik wist wat een massage überhaupt was.
Natuur, geest en menselijk lichaam heeft mij altijd wel bezig gehouden, vanaf mijn 8e zat ik op vechtsport ‘Kung Fu’. Door het beoefenen van kung fu waarbij lichaam en geest gelijktijdig op de proef wordt gesteld, kon ik ontzettend veel interne en extern gerichte vaardigheden aanleren. Ik leerde scherp waar te nemen, kreeg een betere bloedsomloop en was dus energieker, werd lichamelijk harder, sterker, leniger, sneller, heb een coördinatie die beter wordt, is evenwichtiger en accurater. Allemaal door het regelmatig trainen van mijn lichaam en geest. Naast het trainen gingen wij vaak een boswandeling doen of gewoonweg door natuur heen, daar genoot ik altijd van. Momenten van rust en konden wij mediteren. Ik was steeds meer gemotiveerd om aan mijzelf te werken, gaf mijzelf bijna geen rust tot op een dag dat ik geblesseerd raakte tijdens het oefenen van acrobatiek, viel ik en ving ik mijzelf op met mijn arm uit schrik en om te kijken waar ik zou landen draaide ik heel snel met mijn hoofd. Mijn nek zat ontzettend vast daardoor. Mijn Shifu (Meester) ging met zijn duimen langs mijn nek en begon even te draaien en te drukken Ik begreep er eerst niks van. Dat was mijn eerste ervaring met Chinese massage, nadat hij klaar was kon ik mijn nek gewoon weer draaien, wat een bevrijdend gevoel was dat ~magie~.
Dat is mij altijd bijgebleven, hoe helend zo een aanraking kan zijn.